Het consumentenvertrouwen op de woningmarkt is in juni verder gestegen. Zelfs zo ver dat er een nieuwe hoogste stand is ontstaan van maar liefst 120 punten op de Eigen Huis Marktindicator. Belangrijke aanjager van deze stijging blijft vooralsnog de historische lage rente. De keerzijde is het woningaanbod, dat in veel regio’s sterk achterblijft bij de structureel stijgende behoefte.
Voornamelijk in het Randstedelijk gebied wordt het woning aanbod steeds krapper. Dit geldt voor zowel bestaande bouw als in de nieuwbouw. Het gevolg hiervan is regionale ademnood; men maakt minder kans op een passende woning, de prijzen lopen steeds verder op en kopers nemen in hun zoektocht steeds vaker grote risico’s door al hun financiële reserves in te zetten, of kunnen met geen mogelijkheid nog gebruik maken van een voorbehoud van financiering.
Nieuwbouw blijft ver achter bij woningbehoefte
Hoewel het woningtekort steeds verder op loopt door de toename van het aantal huishoudens, is er behoefte aan 70.000 tot 80.000 nieuwe woningen per jaar, blijft de productie hier al lange tijd uit. Ook dit jaar komen er niet meer dan 50.000 huizen bij, dit is inclusief de ombouw van kantoren en andere bedrijfsgebouwen.
Niet op juiste plek gebouwd
Daarbij staan veel nieuwbouwwoningen op de verkeerde plekken. Juist op de locaties waar veel vraag is, in en rond steden in de Randstad, wordt veel te weinig gebouwd en omgebouwd. Veel gemeenten geven slechts beperkt bouwgrond uit, waardoor de woningmarkt verder onder druk komt te staan en de huizenprijzen alleen maar verder zullen oplopen.
Krachtiger regietaak provincies
Vereniging Eigen Huis vindt dat het ontwikkelen van een regionale woonvisie, het vrijgeven van bouwgrond en het organiseren van voldoende woningaanbod niet aan individuele gemeenten kan worden overgelaten. Daarom moeten provincies de aan hen gedelegeerde regietaak veel daadkrachtiger oppakken. Samen met gemeenten moeten zij er voor zorgen dat de bouw van nieuwe woningen veel beter aansluit op de regionale vraag.
